Verslag van een vrijwilligster : Ingrid samen met Wereldkids op werkweek in Mumbai
REISVERSLAG MUMBAI 04 april 2014 – 17april 2014
Eindelijk is het zover, na een lange voorbereiding (vliegtuigticket boeken, reispas en visum aanvragen,inentingen halen,info verzamelen,...) vertrek ik eindelijk richting Mumbai. Daar zal ik twee weken verblijven en de kans krijgen om de vier projecten die Wereldkids ondersteunt te bezoeken, en er hopelijk met de kinderen kunnen werken.
Mijn avontuur begint op vrijdag 4 april. Om 10u word ik met een typische Mumbai-taxi opgehaald door Ariba. Zij is een leerkracht die werkt in het Salaam Balaak Project in Chowpatty.
Buiten is het al bijna 30 graden en de lucht is vochtig, airco heeft de taxi niet maar met open ramen rijden is even efficiënt.
Bij aankomst in het project zijn er slechts een 5-tal kinderen, en ze begroeten me met een vrolijke “Namaste” wat “Hallo” betekent in het Hindi. Gelukkig had ik deze welkomstgroet al flink geoefend thuis, en antwoord ik vlotjes terug met “Namaste”. Tegen de middag (en tegen lunchtijd) zijn er ondertussen al een 60-tal kinderen.
De kinderen van het project gaan in twee groepen naar school. Een groep volgt de lessen van 8u tot 13u , een volgende groep van 13u tot 18u.
Voor en na schooltijd kunnen de kinderen terecht in het project (van 9u tot 18u). Daar worden ze geholpen met hun huiswerk, ze kunnen er hun examens voorbereiden, en wordt er ook les gegeven in relatie tot de leerstof op school, en soms zelfs tot datgene wat erop zal volgen. 's Morgens krijgen de kinderen een hardgekookt ei of een banaan en 's middags krijgen ze een stevige warme maaltijd.
Banken, tafels of stoelen staan er niet in het lokaal. De kinderen nemen een mat en gaan in groepjes op de grond zitten en maken zo hun huiswerk, ook de leerkrachten zitten op de grond. Wie hulp nodig heeft kan bij één van de juffen terecht en uitleg vragen of het huiswerk laten nakijken.
Er is best veel lawaai, zowel in het lokaal als buiten op het terras. De kinderen stellen veel vragen, er zijn kinderen die toekomen (op verschillende tijdstippen) of weer vertrekken. Maar toch wordt er ijverig gewerkt.
Voor de lunch mogen de kinderen even spelen. Na de lunch (die eveneens wordt genuttigd zittend op de grond en zonder bestek!) is het weer tijd voor schoolwerk.
De kleuters worden apart genomen. Aan de hand van grote prenten leren ze de verschillende soorten fruit, daarna mogen ze knippen en plakken.
In de namiddag ontmoet ik Agnes. Zij is de directeur van de SBT projecten. Agnes kent al de kinderen. Bij problemen weten de kinderen dat ze steeds bij haar terecht kunnen, ze luistert naar de kinderen en probeert oplossingen te zoeken. Maar ze eist ook dat er gewerkt wordt. Ze wilt dat de kinderen goede resultaten behalen op school zodat ze een positief gevoel hebben en vooruit geraken.
De kinderen hebben veel respect voor Agnes. Ze is streng maar correct en vooral…ze draagt de kinderen in haar hart!
Voor Agnes is het heel belangrijk dat de kinderen positieve ervaringen kunnen opdoen om zo een positief zelfbeeld te krijgen. Veel kinderen uit het project hebben al heel wat meegemaakt. Agnes vertelt me ook dat het haar doel is om de kinderen gelukkig te maken en hun zelfrespect bij te brengen. Zo wordt er niet (meer) gebedeld door de kinderen die naar het project komen. Ze hebben geleerd dat je iets kan verkopen of dat je kan werken voor geld, maar zomaar geld vragen dat doe je niet. Want door te bedelen verlies je je zelfrespect.
Om 18u sluit het project en gaan de kinderen naar 'huis',d.w.z. naar de plaats waar ze slapen (in een slop of soms gewoon onder een plastic zeil langs de straat). Wanneer het project sluit, neem ik een taxi terug naar mijn hotel. Ik ben één dag in Mumbai en ondanks al de drukte en lawaai die een stad met 19 ...miljoen(!) inwoners met zich meebrengt word ik heel stil...ik ben onder de indruk!
De volgende dagen krijg ik de kans om de overige projecten van de Salaam Balaak Trust (SB-Stichting) te bezoeken. Deze projecten hebben zowel een dagopvang (zoals in Chowpatty) als een nachtonderkomen (Dongri).
De gebouwen van de SB-stichting liggen steeds in een lawaaierige,vuile en drukke buurt. Toeristen zie je er niet.
Het eerstvolgende project dat ik bezoek ligt in Andheri-Oost. Dit gebouw wordt volledig gerenoveerd en de benedenverdieping is reeds klaar. Er staan 10 nieuwe stapelbedden, er zijn stortbaden, wc’s en er is een keukentje. Op deze plek kunnen 20 jongens overnachten, dit is dus hun ‘thuis’, maar overdag komen er veel meer kinderen (zowel jongens als meisjes).
De eerste verdieping en het dakterras moeten nog gerenoveerd worden zodat er daarna nog veel meer jongens kunnen overnachten, en eveneens veel meer kinderen gebruik kunnen maken van het dagopvangcentrum want de nood is heel groot. Wereldkids spaart mee om ook deze renovaties ( na het gelijkvloers dus ook 1ste verdieping en terras) mee te kunnen financieren. De plannen voor de verbouwingen zijn reeds klaar. Vol trots worden ze getoond. Op grote platen zie ik een volledig gerenoveerd gebouw met werkruimte voor de kinderen, kasten, bedden en op het dakterras bomen voor schaduw. Het ziet er prachtig uit!
In het project is elke dag een psychologe aanwezig om met de kinderen te werken, en ze te begeleiden in het verwerken van eventuele traumatische ervaringen.
Ondanks al het lawaai buiten is het hier toch rustig en heel proper. Als ik in gesprek ga met de jongens die hier verblijven blijkt ook dat ze gelukkig zijn. Ze hechten veel belang aan studeren en werken hard. De oudere jongens helpen de jongeren met huiswerk en lessen. De jongens moeten zelf het gebouw netjes houden en de vaat doen. Ze leven samen als één grote familie, en het lijkt hier een paradijsje te midden van al de drukte van de straat.
Ik ben onder de indruk!
Het volgende project dat ik bezoek bevindt zich in Dongri, een heel oud stadsgedeelte van Mumbai. Hier is een nachtonderkomen voor meisjes. In de gang staan grote rekken vol opgerolde matrassen. Als het avond is, ontrollen de meisjes hun matras op de grond en kunnen ze slapen. ’s Ochtends worden de matrassen terug opgerold en wordt de slaapruimte gebruikt als werkruimte. Naast deze werkruimte is er een afzonderlijk computerlokaaltje en een ‘council-ruimte’ (een plek waar de kinderen apart met de psychologe kunnen praten – ook straatkinderen hebben recht op privacy).
Door met de meisjes in gesprek te gaan, ontdek ik al snel dat ook voor hun studeren het allerbelangrijkste is. Eén van de meisjes vertelt mij dat ze moslima is, maar dat in het project alle kinderen welkom zijn los van religie: moslims, hindoes,… iedereen leeft hier samen zonder problemen. Ze vertelt me ook dat als ze nog thuis woonde ze elke dag moest bidden, maar hier in het project wordt dat niet gedaan uit respect voor elkaar en dat vindt ze prima want “Studeren is veel belangrijker dan het tonen van je religie. Alleen door te studeren kan je een goeie job vinden zodat je centen kan verdienen voor je gezin en je kinderen naar school kan laten gaan”. Dit meisje is bijna 18 jaar, ze heeft haar middelbare school afgemaakt en ze begint na de zomervakantie aan haar studies in de handelshogeschool.
Ik ben opnieuw onder de indruk!
Het laatste project waar ik op bezoek ga ligt in Kalyan. Ook hier is een nachtonderkomen voorzien, ditmaal voor jongens. Na anderhalf uur reizen in een overvolle bloedhete trein kom ik aan in Kalyan. Bij aankomst zitten al de jongens op de grond aandachtig te luisteren naar de coördinator.
Het is vandaag de laatste dag in het project want vanaf morgen begint de zomervakantie (een ‘grote’ vakantie van 1,5 maand).
In de SBT projecten met nachtonderkomen worden er managers en assistent-managers aangesteld onder de kinderen. De taak van een (assistent-)manager is om een groepje jongere kinderen te begeleiden bij hun taken (bed proper houden,opruimen,kuisen,afwassen,…), en erop toe te zien dat ze hun taken goed uitvoeren, en oplossingen vinden bij problemen of ruzies.
Omdat de zomervakantie begint, gaan de meeste jongens naar huis gedurende deze periode, maar vòòr ze vertrekken krijgen de (assistent-)managers nog een geschenkje voor al hun hulp.
De (assistent-)managers worden naar voren geroepen, ze getuigen over hun taak en wat ze moeilijk en leuk vonden gedurende het schooljaar. Nadien wordt elk geschenkje plechtig overhandigd en krijgt elke (assistent-)manager een applaus. De jongens stralen!
Ik ben ontroerd en nog maar eens onder de indruk!
De overige dagen van mijn verblijf in Mumbai breng ik door in het dagopvangcentrum in Chowpatty. Hier zitten de ‘moeilijkste’ kinderen. Er is geen nachtonderkomen en de kinderen moeten ’s avonds terug de straat op. Daardoor zijn ze minder gedisciplineerd dan de kinderen die kunnen verblijven in een nachtopvang.
Ik probeer te helpen waar ik kan. Soms werk ik met de kleuters (tellen, boekjes voorlezen, met de blokken spelen, …), soms doe ik een activiteit met de oudere kinderen (drama-activiteiten, Engels inoefenen, …) en soms lees ik boeken met de kinderen die zich vervelen. Het is er met momenten heel druk. De kinderen zijn snel afgeleid, dus afwisseling in je activiteiten steken is de boodschap om er hun aandacht bij te houden. Maar de kinderen staan hier wel te springen als je een activiteit aanbiedt, ze zijn nieuwsgierig en leergierig. De wil om te studeren is groot.
Na enkele dagen begin ik de kinderen al wat te kennen, en merk ik al snel wie zich verveelt en/of behoefte heeft aan begeleiding.
Als orgelpunt van mijn reis krijg ik een rondleiding aangeboden. Twee jongeren van het project werden opgeleid als gids en ik laat me met plezier rondleiden door Chowpatty.
Eerst bezoeken we een prachtige Hindoetempel en mijn gidsen leggen me uit welke goden hier belangrijk zijn, en vertellen me ook het mooie verhaal van de heilige koe.
Daarna wandelen we richting Chowpatty-beach (het prachtige strand van Chowpatty). Ondertussen krijg ik allerlei info over belangrijke gebouwen, standbeelden, plaatsen die we tegenkomen. De uitleg gebeurt volledig in het Engels. Het is belangrijk dat de jongeren deze taal oefenen, want als ze verder willen studeren moeten ze het Engels goed onder de knie hebben. Veel studies na de middelbare school worden namelijk in het Engels onderwezen.
Het eindpunt van de rondleiding is het mooie strand. Het is ondertussen al avond geworden, het heerlijkste moment om van het strand te genieten want overdag is het veel te warm. Er vertoeven koppeltjes en gezinnen met kinderen. Er staan wat kraampjes met eten en drinken. Maar er bevindt zich ook een sloppenwijk aan de rand ervan. In deze sloppenwijk woont één van mijn gidsen, en als ik vraag of hij daar graag woont zegt hij meteen “Ja!”. De mensen leven er kort op elkaar maar ze leven ook met elkaar. Hindoes, moslims, … iedereen zorgt er voor iedereen. Zijn mama is hindoe, zijn papa is moslim, maar, dat vormt geen probleem. Hij wil studeren om een goede job te vinden en genoeg centen te verdienen om later zijn kinderen naar school te kunnen laten gaan, dus hij werkt hard.
Terwijl we wandelen op het idyllische strand herken ik enkele kinderen van het project. Ze verkopen kralen of ze duwen kleine kinderen in plastic autootjes rond op het strand, zo verdienen ze hun avondmaaltijd.
De rondleiding zit erop, ik neem afscheid van mijn boeiende gidsen en ik krijg een compliment dat ik een hele goeie en geïnteresseerde toeriste ben.
Ik ben trots op hen dat ze als straatkinderen in heel moeilijke omstandigheden de wil kunnen opbrengen om dit allemaal in te studeren, en ja hoor, weer es onder de indruk!
En dan breekt de laatste dag aan, tijd om afscheid te nemen. Ik vind het wel een beetje moeilijk, en ik word er stil van. De kinderen zwaaien en roepen me nog na. Dit pakt me. Ik ben ontroerd en ga met een positief gevoel naar huis. Wat ik hier gezien heb is een verhaal van hoop.
Ik draag Mumbai en de straatkinderen mee in mijn hart!
Ik ben WERELDKIDS dankbaar dat het mij de gelegenheid gaf om op een bijzondere wijze straatkinderen en hun leefwereld te leren kennen, maar vooral om met hen twee weken te kunnen werken.
Ik ben een fantastische ervaring rijker!
Ingrid